volk was. Het gedrang werd tenslotte zo groot, dat de lieden in de
huizen drongen, of op de daken stegen, ja, zelfs door muren
braken. Toen deze wanorde begon, begaf Jezus zich onder het
volk en men verloor Hem uit het oog. Hij verliet de stad en
ontweek langs een zijweg, die een steil gebergte opliep, naar een
eenzame plaats268. De 3 leerlingen kwamen achter, doch zij
moesten tot in de nacht zoeken, eer zij Hem in de eenzaamheid in
het gebed vonden.
Toen zag ik ook in een vluchtig visioen dat de leerlingen van
Joannes weerom doopten en dat alle apostelen zich weer in hun
woningen en visserijen bevonden.
Jezus te Naïm.
564.
7 augustus. –
Ik geloof dat Jezus met de leerlingen de nacht in het gebergte
heeft doorgebracht. Ik zag dat zij Hem aantroffen, terwijl Hij bad.
Gedurende die rust, welke zij samen namen, vroegen zij Hem wat
zijzelf bidden moesten, terwijl HIJ bad.
Nu sprak Hij voor hen op een zeer korte wijze enkele
formulen van het Onze Vader uit.
Ik kan zijn woorden niet een voor een herhalen, maar de
inhoud luidde: “Geheiligd zij uw Naam; vergeef ons
onze schuld, indien wij ook onze schuldenaren
vergeven en verlos ons van het kwaad.”
268 Het steile gebergte waarin Jezus zich terugtrekt, zullen de heuvelen zijn
ten westen die vrij steil de bergpas beheersen.
“Er zijn daar ook vele holten en spelonken” (cfr. Delancker, 323).
Wellicht gaat Jezus nog verder tot in het gebergte op welks top het landgoed
van Lazarus zich uitstrekt: “De hellingen van dit gebergte zijn steil en
rotsachtig en maken de beklimming zeer moeilijk.” (D.B. Béthulie, c. 1757).
Fascikel 15
855
|