Twee genezingen. – Verschillende
genezingswijzen.
584.
15 augustus. –
Jezus ging in de vorige middernacht na woensdag om 12 uur uit
het huis van zijn verwanten te Klein-Sefforis en zonderde zich in
het gebed af. Ik zag Hem heden tussen Klein- en Groot-Sefforis
naar het voormalig vaderlijk huis (Väterliche Gut) van Anna gaan
(nr. 582, 3e alinea). Hij had maar één leerling bij zich; de
bewoners waren door opvolgenlijke huwelijken niet meer dicht
aan Hem verwant, maar hier lag nog een oude waterzuchtige
vrouw te bed, die nader met Hem verwantschapt was, en
gewoonlijk zat een blind knaapje bij haar.
Hij (Jezus) bad met de oude vrouw en zij moest zijn
woorden herhalen. Hij hield zowat een minuut lang
zijn handen op haar hoofd en op de maagstreek.
Hierop viel zij van zichzelf, doch wanneer deze onmacht na een
halve minuut voorbij was, voelde zij zich geheel verlicht. Dan
beval Jezus haar op te staan. De waterzucht was wel niet
als weggeblazen, maar de vrouw kon gaan en zij werd in korte
tijd, zonder pijn of ongemak, door overvloedig zweet en
verdamping, gans van alle water ontlast.
De vrouw bad Hem nu ten gunste van het blinde kind, dat een
knaapje van ongeveer 8 jaren was; het had nooit gezien noch
gesproken, maar het hoorde; zij prees zijn aanleg voor de
godsvrucht en zijn gehoorzaamheid.
Jezus stak het de wijsvinger in de mond en ademde
dan op de twee duimen zijner hand, of maakte die
met speeksel nat – dit kan ik niet meer juist zeggen – en
hield ze beide tegelijk, terwijl Hij bad en omhoog zag,
op de ogen van het kind, die gesloten waren.
De knaap deed ze nu open, en het eerste wat zijn ogen in gans zijn
leven aanschouwden, was Jezus, zijn Verlosser.
Fascikel 15
898
|