Hevig dispuut in de synagoge over de
echtscheiding.
587.
16 augustus. –
Ik zag hedenmorgen vele leraars en Farizeeën uit Groot- en Klein-
Sefforis en uit de omstreken, zoals ook enig ander volk zich
verzamelen in de alleen-liggende school, waarbij Jezus gisteren
aangekomen was. Zij kwamen daar met Hem bijeen voor een
dispuut over de passage betreffende de echtscheiding.
Woensdag laatst had Jezus de synagogeleraar er van
beschuldigd dat hij die tekst op ongeoorloofde wijze
ingelast had. De Farizeeën en ander volk uit Groot-Sefforis
hadden Hem dit zeer euvel geduid, want deze toevoeging of
inlassing kwam voort uit een huwelijksleer die Sefforis eigen was.
De echtscheidingen werden in die stad zeer lichtzinnig
voltrokken; ook hadden zij een speciaal gebouw, waar zij de
verstoten vrouwen onderkomen verschaften. Die leraar welke
zijn schuld bekend had, had voorheen een wetsrol gekopieerd en
er kleine, verkeerde interpretaties ingelast; zij disputeerden lang
tegen Jezus en rekenden het Hem aan als een onvergeeflijke
aanmatiging die bepaling uit de Wet te willen verwijderen. Hij
bracht hen tot zwijgen, maar niet tot een
schuldbekentenis gelijk de eerste.
Hij bewees hun dat het verboden was iets aan de Wet
toe te voegen, en derhalve dat men verplicht was het
toegevoegde te schrappen; Hij bewees hun de valsheid
van de door hen gehouden en ingelaste mening, en
stelde openlijk aan de kaak de lichtzinnigheid,
waarmee in hun stad de wet van de echtscheiding
geïnterpreteerd werd en zo de wet der huwelijkstrouw
ontdoken werd. Hij zei in welke gevallen het volstrekt
ongeoorloofd was dat de man de vrouw verstootte;
maar in geval één van de partners zijn afkeer voor
Fascikel 15
903
|