Zoals boven gezegd, geven wij er de voorkeur aan hier alles achtereen te
plaatsen wat wij uit andere bronnen over de H. Tomas weten, zonder te
kunnen verzekeren dat alles geschiedkundige waarde heeft.
Dit bevat in elk geval vele punten van overeenkomst met de
mededelingen van de zienster.
Andere bronnen over de H. Tomas –
1. Citaat uit Petits Bollandistes
De eerste zijn ontleend aan de kerkgeschiedenis of aan de
geschriften der kerkelijke schrijvers.
Wij vonden ze verzameld in Petits Bollandistes, Tome 14;
21 december, vroeger feestdag van de apostel Tomas.
Zich naar zijn werkveld begevend richtte Tomas zich eerst naar
het Oosten, onderrichtte de H. Driekoningen, bracht hen op de
hoogte van wat met Jezus gebeurd was, diende hun het doopsel
toe en vormde hen tot evangeliepredikers.
Hij zond Taddeüs (die volgens Eusebius één van de 72 leerlingen
was, cfr. fasc. 13, nr. 458, voetnoot 213 a),
naar Abgar, koning van Edessa (fasc. 13, nr. 455, ev.)
om hem te onderrichten in de leer der genade, volgens de belofte
welke Jezus aan die koning gedaan had, nl. dat een leerling hem
zou komen onderwijzen.
Tomas zelf wendde zich naar de Ethiopiërs, een zwart ras, waar
hij door het doopsel talrijke zielen wit waste. Daarom draagt ook
het aangrenzende Abessinië de H. Tomas een grote verering toe.
Hierna richtte Tomas zich naar de Parten, de Meden, de Perzen,
de Hyrkaniërs en de Indische Bramanen. Hij deed het eiland
Ceylan aan en drong door tot in China.
In elk geval is het door tal van ontdekte monumenten, b.v. van
een enorm ijzeren kruis met de datering van 239 na Chr., komen
vast te staan dat de christelijke godsdienst reeds zeer vroeg in
China bekend is geweest. Volgens enige verhalen van Jezuïeten
Fascikel 36
229
|