vereerders bewees, zeer getergd, vatten afkeer voor haar op en
gingen haar haten en belasteren.
In het begin werd zij te Magdalum wel niet door eigenlijk
perverse personen bezocht; het waren eerder voorname rijke
mannen en vrouwen, die nochtans volgens de wereld leefden.
Maar toen dit genotzuchtig leven in wellust ontaardde, trokken de
voorname lieden zich terug om er niet hun eer en goede naam bij
in te boeten. De buitensporigheid groeide aan tot bederf en het
bederf sloeg om tot de ergste en losbandigste uitspattingen.
Het kasteel met de omgeving verviel en verwilderde, en alleen de
kamers en zalen, waar Magdalena haar wellustig leven sleet,
waren goed onderhouden, rijk en prachtig. Zo zag ik een zaal,
waarvan de muren en zoldering geheel met glanzende metalen
spiegels bekleed waren en waartussen een grote verscheidenheid
van struikjes en bloemen prijkten.
Eens was Magdalena ziek geworden: zij was geknakt, in
geldnood, wanhopig, door haar vereerders verlaten en hierdoor
van hartzeer verteerd. Toen leefde zij meer eenzaam en had meer
rust, maar nauwelijks had zij haar gezondheid en schoonheid
teruggewonnen, of zij hervatte met nieuwe hoop haar
ongebreideld leven.
Zij heeft bijna 10 jaren lang haar zondig leven te Magdalum
voortgezet, en ze was in haar 25e jaar, toen zij door een prediking
van Jezus getroffen en bekeerd werd.
Lazarus, Marta en Maria-Magdalena.
(22 juli 1822).
2326.
Ik heb een omstandig visioen op het leven van Maria-Magdalena
gehad en ik heb nogmaals gezien dat zij, die de Heer driemaal
Fascikel 36
308
|