aanmatiging, maar als een deugdzame persoon van grote
genadegaven.
Later zag ik haar bij dezelfde Tryfena in Seleucië. Van hier trok
zij eens predikend de H. Paulus achterna, maar hij stuurde haar
terug met de vermaning dat het niet betamelijk was (dat een
vrouw predikte; cfr. I Kor. 14, 34-35). Maar toch bezocht hij haar
eens.
Tekla’s ermitage. – Dood en begrafenis.
(23-24 september)
2342.
Ik zag deze nacht dat de H. Tekla met een zevental vrouwen en
maagden een mooie, goed ingerichte ermitage bij Seleucia
bewoonde. In een halve kring van rotsen waren vele schone
kluizen naast elkander netjes uitgehouwen. In het midden van de
halve kring stond een zes- of achthoekige zuil, die een dak
ondersteunde, dat, vanaf de kluizen, gans de plaats overdekte en
op zijn terras met graszoden belegd en met groen overgroeid was.
De voorzijde was met bomen en rotsen gesloten. Aan de rechter-
en linkerzijde van die afsluiting was een smalle ingang. Het dak
reikte tot hier en steunde ook op deze bomen en vervlocht er zich
om zo te zeggen mee. Het licht drong in de overdekte ruimte en
in de cellen door openingen boven in het dak. Het geheel was
buitengewoon sierlijk, edel en aangenaam. De kluizen waren in
een bontgeaderde steen net uitgehouwen. In elke kluis was een
steenbank of bedstede, bedekt met mos, waarop zij sliepen.
Ook was in een hoek een nis of holte uitgehouwen, waarin een
houten gaffelkruis (als een Griekse upsilonletter Y) stond.
Gaffelkruis = een crucifix, waarvan het kruis de vorm heeft van een
gaffel, heet 'gaffelkruis'. Deze uitleg is tegenwoordig niet meer
voldoende, vroeger wist iedereen nog dat een gaffel een vork is, in
Fascikel 36
350
|