men in noordelijke richting een prachtig vergezicht. De grot ligt niet
geheel op de bergtop.
De spits een weinig links boven de grot draagt de naam ‘Le saint Pilon’.
Men bereikt hem niet van de grot of het terras uit, doch van het lager
gelegen zojuist vermelde kruispunt langs andere slingerpaden en
trappen, die tussen rotsen naar de bergrug leiden.
Boven gekomen heeft men:
-
links de spits Joug d’Aigle (1120 m).
-
Rechts loopt men op de spits St. Pilon (1114 m), een weinig terzijde
boven de grot.
Volgens de traditie – als dit geen louter legende is – werd Magdalena
7‐maal daags door engelen op deze top gedragen, waarbij zij dan
telkens in extase geraakte. Ook herinnert daar een kapel aan de
extases van Magdalena. In de buurt is nog een andere grot, ‘grotte
des oeufs’ of der eieren genaamd.
-
De 3e en hoogste top is de Begijnenberg (1154 m).
In de grot, op een bank tegen de achterwand van de grot staat een
levensgroot beeld van Magdalena. Het stelt haar voor, gelegen op haar
zijde in gebed verzonken, want zó of geknield, zegt men, placht zij te
bidden. Dit monument is zeer oud en, naar men beweert, in opdracht
van Maximinus gemaakt en daar geplaatst. Die rotsbank, dus ook het
beeld, is altijd volkomen droog, hoewel de spelonk overal elders, druipt
en zijpelt van het vocht van de rots. Men beschouwt dit verschijnsel als
een echt, groot en voortdurend wonder, te meer daar er geen
natuurlijke verklaring voor te vinden is. Rechts aan de voet van de
rotsbank is in de grot een bron.
De grot, 14 m lang of diep, 18 m breed en 4 à 6 m hoog is tot kapel of
kerk ingericht. Op het hoogaltaar staat een kunstig marmeren O. L.
Vrouwbeeld.
Sainte‐Baume is te allen tijde een beroemde bedevaartplaats geweest.
Door slingerpaden en trappen langs de duizelingwekkende steile
rotswand werd de toegang naar de grot en de St. Pilon vergemakkelijkt.
Een weinig onder de grot staat op een terrasvormige uitsprong van de
berg een klooster van Dominicanen, die de bedevaartplaats bedienen.
Fascikel 36
330
|