binnenland, 700 km ten noorden van kaap Komorin.
In hun liturgie gebruiken die christenen het Syrisch.”
***
5. Citaat uit het boek ‘Franciskus Xaverius’, door James
Brodrick, S. J.
Op het ogenblik is Mylapore (hier ziet men weer hoe ongelijk
deze naam geschreven wordt) maar een voorstad van het kleine,
snel aangegroeide Madras, maar Sint-Tomas leeft er nog altijd als
vanouds en geniet er nog veel eer en aanzien. In liefde en
dankbaarheid van de kant van India, gaat de herinnering aan
Franciskus Xaverius daar onverbrekelijk mee samen.
Uit Mylapore schreef hij 3 brieven, waarvan één bewaard bleef.
Daarin zegt hij o.m. dat hij zich in het heiligdom van Sint-Tomas
tot taak stelde onafgebroken te bidden dat God hem zijn
allerheiligste Wil kenbaar zou maken en hem het vaste besluit zou
inprenten die Wil te volbrengen … enz.
Toen de Portugezen zich te Mylapore vestigden, troffen zij de
kerk en het graf van de apostel Tomas in erg vervallen toestand
aan. Zij deden hun best het kerkje weer op te bouwen met een
huisje voor de geestelijke die het moest bedienen. Dit laatste
bestond uit slechts een keuken en een slaapkamer; het was van de
kerk afgescheiden door een tuin van dezelfde minieme afmetingen
en in dit miniatuurtuintje was tegen de muur van het heiligdom
van de apostel een schuurtje aangebouwd. Er werden 2 kaarsen in
bewaard.
In Franciskus’ tijd was de pastoor van San Tomé een zekere
Gaspar Coelho. Vier maanden was hij de gastheer van de H.
Franciskus Xaverius. “Haast iedere nacht”, zo vertelt deze
pastoor, “ging de heilige het huis uit en begaf zich door het tuintje
naar de kleine schuur, maar nooit liet hij zich ontvallen wat hij in
die nachtelijke uitstapjes beleefde, maar ik kon wel raden dat hij
ging bidden en zich kastijden.”
Fascikel 36
239
|