Haar ziekte, dood en begrafenis waren vergezeld van ongehoorde
wonderen.
De beschrijving hiervan in Petits Bollandistes, 29 juli, zijn bladzijden van
dichterlijk proza, waarvan men de schoonheid bewondert. Men vraagt
zich natuurlijk ook af of dit alles historie en geen, of meestal legende is
…
Nochtans schijnt alles op zeer oude documenten te berusten.
Wanneer men anderzijds leest hoe Jezus ook in onze tijd speelt met
wonderen ten gunste van uitverkoren zielen – denken wij b.v. aan Padre
Pio, Therese Neumann en vele anderen, om niet K. Emmerick te noemen
– waarom zouden wij moeilijkheden maken tegen de wonderen in de
eerste christelijke tijd, wonderen die Jezus had beloofd en die
noodzakelijk waren voor de vlugge verspreiding van het geloof.
Jezus had Lazarus zijn vriend genoemd en hem uit de doden opgewekt,
alle 3 samen hadden zij zichzelf en hun onmetelijke bezittingen aan
Jezus opgeofferd.
Jezus matigt zijn weldaden, ja ook zijn wonderen niet voor hen die zich
geheel en onvoorwaardelijk aan Hem gegeven hebben en met Hem de
weg van lijden en vervolging gaan.
Het definitieve verblijf van Maria‐Magdalena.
Wat het definitieve verblijf van Magdalena betreft, na enige tijd aan de
bekering van de Marseillezen gewerkt te hebben, werd zij overmeesterd
door de neiging en roeping tot het louter beschouwende leven,
waarmee zij reeds in Palestina was begonnen. Overigens had
Jezus zelf zeer kort vóór zijn hemelvaart haar
herinnerd aan haar roeping om een teruggetrokken
leven in de woestijn te leiden (fasc. 35, nr. 2214).
Eerst zocht zij een eenzaam verblijf op te Aigulades, 10 km ten noorden
van Marseille, maar hier werd haar drang naar stilte en eenzaamheid
slechts onvolkomen bevredigd. Talrijke bezoekers zochten haar
dagelijks op en hinderden haar in haar gebed en haar vereniging met
Fascikel 36
327
|