2337.
De man van Veronika heette Sirach en stamde af van de kuise
Suzanna. Aanvankelijk was hij de christenen vijandig gezind en
méér dan één keer heeft hij Veronika opgesloten, wanneer hij haar
hulpverlening aan Jezus en de leerlingen bemerkte. Zij had 3
zonen, waarvan er 2 leerlingen geworden zijn. Maar Sirach zelf
werd door Jozef van Arimatea bekeerd.
Wat de zweetdoek van Veronika betreft, ik heb gezien dat dit een
doek was, zoals die, welke men om de hals, of ook als een tweede
op de schouders placht te dragen. Veronika had zulk een doek om
de schouders hangen, toen zij Jezus op zijn kruisweg tegemoet
snelde. Het aanreiken van zulk een doek was een teken van
deelneming in iemands droefheid. Toen Veronika het zo
besmeurde, misvormde aangezicht van Jezus zag, liep zij op Hem
toe en droogde zijn aangezicht af, en het drukte zich in de ene
zijde van de doek af met alle wonden en alle bloedige schrammen.
De doek bleef bij de H. Vrouwen. Toen Marta en Magdalena naar
Massilia (Marseille) verbannen werden, kwam hij in het bezit van
de Moeder van God, van wie hij door de apostelen naar Rome is
gekomen (wellicht langs een omweg, cfr. fasc. 31, nr. 1915,
voetnoot 111). In die vervolging tegen Lazarus en zijn zusters
werd ook Veronika, die een bevallige, indrukwekkende,
vrouwelijke verschijning was, met andere ongenadig nagezeten
vrouwen in grote angst gebracht. Zij vluchtten, maar werden
ingehaald en Veronika stierf in de gevangenis de hongerdood.
(Dit laatste zegt K. eveneens in fasc. 31, nr. 1915, voetnoot 111).
De traditie evenwel spreekt anders over de plaats van haar dood
(cfr. fasc. 31, voor nr. 1912, ‘Uitweiding over Veronika’).
Fascikel 36
343
|