De H. Hiëronymus getuigt dat hij in zijn tijd veel gelezen werd.
Het is niet onredelijk te veronderstellen, zoals hierboven reeds tussen
haakjes gedaan is, dat sommige delen in die brief werkelijk van de hand van
Barnabas zijn, zoals sommige fragmenten in de ‘Geschiedenis der
Apostelen’ van de bisschop van Babylon, Abdias, zijn.
De weinige gegevens van Katarina over Barnabas vullen wij aan met
hetgeen wij uit de kerkvaders en kerkelijke schrijvers over Barnabas met
veel waarschijnlijkheid weten.
Nadat Barnabas zich van Paulus afgescheiden had om met Joannes Markus
te gaan missioneren, wordt hij in de Handelingen der apostelen niet meer
genoemd.
Hij regelde het bestuur van de kerken op Cyprus. Hierna reisde hij naar
Italië en na in Ligurië het Evangelie te hebben verkondigd, stichtte hij de kerk
van Milaan en werd er de eerste bisschop van. Ook het land en de steden
rondom werden door hem geëvangeliseerd. Bergamo en Brescia gaan er
groot op dat hij hun het geloof heeft gebracht.
Na een arbeid van 7 jaren keerde hij naar Cyprus terug, doorkruiste
herhaaldelijk het eiland en vestigde tenslotte zijn zetel in de hoofdstad
Salamis.
Zijn ijver triomfeerde over de weerstand van talrijke Joden, in wier
synagogen hij veelvuldig het woord ging voeren. Eindelijk werd hij tijdens
een toespraak in een synagoge door hardnekkige Joden van Salamis en uit
Syrië overvallen en gedood. Pogingen om zijn lijk te verbranden, mislukten:
het kwam ongedeerd uit de vlammen.
Zijn vriend, en kozijn Joannes Markus van Jeruzalem begroef hem 1 km ten
zuidwesten van Salamis, op een plaats die ‘gezonde plaats’ genoemd werd.
Daar werd zijn graf in 488 teruggevonden onder een boom. Hijzelf had het
in een verschijning aangewezen aan Antelmus, de bisschop van de stad.
Op zijn borst vond men het Evangelie volgens de H. Matteüs, dat hij met
eigen hand gekopieerd had.
Ten gevolge van die ontdekking werd daar ter plaats door toedoen van
keizer Zeno een prachtige kerk gebouwd. Het gehucht, oudtijds voorstad
van Salamis, draagt nog de naam Sint-Barnabas. Zijn hoofd is thans
bewaard en geëerd in de Sint-Saturninuskerk te Toulouse in Frankrijk.
Fascikel 36
267
|