doop verlangden. Hij trad met enige ter zijde en
bereidde hen nog nader voor. Wel een dertigtal zulke
heidenen werden in verscheidene tuingebouwen door Barnabas
gedoopt; het water had men er in badkuipen laten aanbrengen.
Ook dit water werd door Jezus gezegend.
Bijzonderheden over Salamis. – Een karavaan. –
Lering bij de doopvijver.
1265.
5 mei. –
Buiten de twee Jodenstraten ligt nabij Salamis een andere ganse
Jodenstad (noordelijk). Aan de ene zijde van Salamis staat een
buitengewoon dikke, ronde toren met allerlei opzetstukken
(kroonwerk, kantelen, torentjes); het is als een vesting. In de stad
zijn vele tempels en één van deze is buitengewoon groot; men kan
er van buiten en van binnen opklimmen. Er staan zeer vele zuilen
in en enige zijn zo dik, dat er trappen en kamers in zijn en een
deel van het volk daarlangs tot verheven zitplaatsen of tribunen
opklimmen kan.
(Bij Dapper vinden wij opgesomd: de tempels van Jupiter Epicena,
Jupiter van Salamis, van Venus prospiciens, van Palas Agraulos en
Diomedes. Deze 3 hadden hun eigen heiligdom, doch binnen
hetzelfde bestek (Cyprus, 27).)
Een paar uren van Salamis zie ik nog een belangrijke stad liggen.
(Hetzij de havenstad Ammochostos, hetzij nog meer zuidelijk
Kition, thans Larnaka).
Ten westen van de stad zag ik een karavaan vreemdelingen
aankomen, die zich in tenthutten legerden; zij moeten van het
ander uiteinde van het eiland komen; eerst meende ik, wegens hun
richting, van Rome; zij hebben ook vrouwen bij zich en vele
dikke, trage ossen met brede hoornen en neerhangende koppen; ze
gaan twee en twee en op de rug van ieder paar liggen staken of
Fascikel 25
2452
|