grote en kleine en ook bessen; zij zonderden de goede van de
slechte af, maakten verschillende indelingen en legden zelfs enige
vruchten in boomwol op vruchtenhorren (of houtstellages) boven
elkander. Andere vrouwen hadden boomwol zelf te bereiden,
welke zij uiteen trokken en verpakten. Ik bemerkte daarbij dat de
huisvrouwen hun sluiers vóór hun aangezicht lieten vallen, zodra
zich mannen op de weg vertoonden. (Getrouwde vrouwen waren
hiertoe gehouden). In deze schuren waren meerdere afdelingen;
het scheen mij een algemeen gebouw, een magazijn voor de
fruitoogst te zijn, waar ook de tienden en het deel voor de armen
ter zijde gelegd werden; er heerste een grote bedrijvigheid.
Jezus ging met zijn gezelschap naar de woning van de rabbijnen
bij de synagoge (een bijgebouw dat de rabbijnen tot woning
diende). De oudste rabbijn ontving Hem hoffelijk, maar met een
koele onaangename terughouding. Hij bood Jezus de gewone
verversing aan en richtte tot Hem met een koud hart enige
oppervlakkige woorden over zijn bezoek in dit land en over zijn
grote vermaardheid, enz.
Maar Jezus’ aankomst was bekend en verscheidene zieken baden
Hem om genezing. Toen ging Jezus met de leerlingen en
rabbijnen in de huizen van die zieken en genas
verscheidene lammen en jichtigen.
De genezenen en hun familie volgden Hem uit hun huizen en
verkondigden zijn lof. Doch Hij deed hen terugkeren en
zwijgen.
Op de straten traden Hem ook vrouwen tegemoet met
kinderen die Hij zegende. Enige kwamen aandragen
met zieke kinderen, die Hij genas.
Fascikel 25
2457
|