Vooral hebben dezen met lof en bewondering gesproken over de heerlijke
resten van het klooster op deze plaats. Het klooster is een historisch
monument en de overblijfselen behoren tot de best bewaarde gebouwen van
het eiland in gotische stijl.
Toch is er reeds een aanzienlijk deel aan de westkant verwoest of zijn daar
de stenen als bouwmateriaal weggehaald door inlanders en Arabieren.
Begonnen in 1206 kwamen de gebouwen slechts geleidelijk tot stand.
Eerst in de 13e eeuw was de kerk voltooid.
De nog tamelijk gaaf overgebleven gedeelten zijn: refter, panden, slaapzaal,
kerk, kapittel, versterkte ingangspoort. Hiervoor wordt nu de beste zorg
gedragen; de heerlijke ruïne wordt beschermd tegen vandalisme.
In Dappers tijd (1680) was het klooster nog door monniken bewoond; deze
auteur weet te zeggen dat de gehele streek rondom veel katoen voortbracht,
dat het voornaamste bestaansmiddel van het klooster was; niet alleen
beschikte men over het water van de lokaliteit, maar ook de zuidelijke
bergketen voorzag heel het gewest van fris en voortreffelijk water (Dapper,
Cyprus, 42).
Heeft dit water iets te maken met dat ten noorden van de bron van Chytrus,
waarvan K. te Chytrus gesproken heeft?
Drong een leiding dwars door de schoot van het gebergte?
Dit is wel moeilijk aan te nemen.
Ook in het vervolg zal K nog op verwarde wijze spreken van het waternet bij
en rond Mallep.
Wij weten dat zij op dit gebied zelf niet klaar ziet (VOORREDE, nr. 11).
Wij zullen daarom verder aan haar watergegevens weinig belang hechten en
niet proberen alles te verklaren. Alleen weten wij dat naast de heuvel van
Fascikel 25
2539
|