men eerst met aarde gevuld heeft. Men vindt deze bloem ook in
Judea701. Ik heb hier ook een soort van groot vlas gezien,
waarvan men lange draden trekt.
701 Eindelijk een woord over de Hennastruik of Cyprusplant, de welriekende
gele bloemenstruik. –
De Cyprusbloem groeide ook in Judea en daar heette ze in het Hebreeuws
‘KOFER’, in het Grieks ‘Kupros’, in het Latijn ‘Cyprus’.
In het Arabisch luidt de naam: ‘Hinna’, ‘el-Henna’ of ‘al-Kana’, vanwaar in het
Frans ‘Hennéh’ en bij ons ‘Henna’.
Op Cyprus groeide dit gewas zo overvloedig dat velen menen dat het eiland
er zijn naam aan heeft ontleend, of omgekeerd. De wetenschappelijke naam
is ‘Lawsonia inermis’ of ‘Lawsonia alba’.
Dit is een heester of struikgewas van 2 à 3 m hoog en dus geschikt voor
hagen. De stengels zijn houtig en de bloem die zeer welriekend is, bestaat
uit trosjes; deze hebben een gele of witgele kleur; de bladeren gelijken,
zoals reeds gezegd, op die van de olijfboom en ook op die van de myrte-
struik en zijn doorlevend. De takjes hebben bijna dezelfde kleur als de
bloemen.
Van onheuglijke tijden werd die struik met zijn bloemen in het gehele Oosten
hoog gewaardeerd om de aangename geur van de bloem en vooral ook om
het poeder of de aangename rode kleurstof, eveneens Henna genaamd, die
men trekt uit de bloemen, bladeren, takken en wortels.
Tot heden toe werd en wordt er in het Oosten een overdadig gebruik van
gemaakt en wel tot allerhande doeleinden. Vooral wordt er een rode
kleurstof mee gemaakt en daar deze zich zeer gemakkelijk op het buitenste
van het lichaam neerzet, kleurt men ermee de huid, nagels, voeten, handen,
haar en baard, wenkbrauwen en wimpers.
Ook aan leder en pels deelt ze door eenvoudige overstrijking een mooie
saffraankleur mee. De kleur kan verhelderen of verdonkeren volgens de
hoeveelheid stof die in de bereiding gebruikt wordt, en ook wel naar de
bereidingswijze die aangewend wordt.
Aan wit hout kan men met Henna de kleur geven van mahoniehout; ook wol,
zijde, enz. kunnen er geverfd mee worden.
In Europa wordt Henna gebruikt als ingrediënt in vele haarkleuringen.
In Egypte gebruikte men het om de handpalmen, nagels, oogranden, enz.
van mummies te kleuren. Volgens de hoeveelheid gebruikte kleurstof
bekomt men verschillende schakeringen vanaf het geel tot het
vermiljoenrood, ja, ook naar het zwart toe.
Fascikel 25
2521
|