1327.
Tenslotte kwamen alle huwelijksparen in het midden dansen, en
de anderen dansten er omheen in een kring. De bruiden en andere
vrouwen hadden hun sluiers in de gouden beugels van hun
hoofdsieraad een weinig opgeschort. Jezus’ leerlingen dansten
niet mee en de dans duurde vrij lang.
Daarna nam men nog allerlei verversingen, die in de vier hoeken
van de loofhut op sierlijke tafeltjes tentoongesteld waren. Daarna
trokken zij weer met de muziek aan het hoofd de stad uit naar de
badtuin, die bij de waterleiding en vóór dezelfde weg buiten de
stad gelegen was. De Joden van deze stad zijn zelfstandig717; hun
onafhankelijkheid steunt op oude voorrechten; zij moeten alleen
hun belastingen betalen en genieten voor het overige zelfbestuur;
zij hebben de grond aangekocht en de stad gebouwd. Wel heeft
men hun reeds wegens hun voorrechten moeilijkheden
veroorzaakt, maar zij hebben ze behouden en zich kunnen
handhaven.
In de badhof werden in de loofhutten en op grasperken allerlei
spelen gedaan; ze bestonden hoofdzakelijk in lopen, springen en
werpen naar een doelwit. Mannen en vrouwen speelden
gescheiden; het geschiedde voor kleine prijzen en boeten in geld,
gordels, kleine stukken stoffe en doeken voor om de hals.
Wie zulks niet had, bestelde het bij een kramer, die met zijn
voorraad in de nabijheid geïnstalleerd was. De oudsten ontvingen
de winsten en boeten en deelden die aan de armen uit, die naar de
spelen stonden toe te zien.
717 Zelfstandig. – Dit voorrecht wisten de Joden in vele steden te bekomen,
b.v. te Alexandrië, volgens Flavius Josephus.
Ook te Efeze genoten zij aanzienlijke voorrechten.
In Géogr. univ. is vermeld een onafhankelijke groep Joden in het district
Kheiber in Arabië ten noordoosten van Medina.
In Abessinië vormden zij een echte onafhankelijke staat;
zie fasc. 17, nr. 710, voetnoot 344.
Fascikel 25
2578
|