gruwelen ontving en begroette, en dat uit al die handelingen en
gekheden van Derketo een grote afgodendienst ontstond.
1275.
Na haar zag ik een andere – het was haar dochter Semiramis –
zich op een lage berg vertonen. Dit wees op een reeds geweldiger
toestand en machtiger werking. Dit gebeurde nog in Nemrods
tijden690; ik meen ook dat zij uit één geslacht waren. Deze
dochter zag ik dezelfde handelingen verrichten als haar moeder,
doch nog onstuimiger, woestaardiger en schandelijker. Zij
trokken doorgaans in zeer grote benden rond, zwierven op hun
jachttochten vaak 100 uren ver, vochten tegen de wilde dieren en
droegen daar tussenin offeranden op, gaven zich over aan ontucht,
toverij en waarzeggerij. Ondertussen bouwden zij vele steden en
regelden de afgodendienst, die zij er invoerden. Ik zag deze in de
zee neerstorten, terwijl zij vocht tegen een Nijlpaard.
Haar dochter was Semiramis, eveneens in de afgodendienst
ontvangen. Deze zag ik op een hoge berg met alle schatten van de
wereld omringd, alsof de duivel haar die toonde en gaf en ik zag
haar de maat van de gruwelen van haar ras vol maken.
In de eerste tijden waren zulke toestanden rustiger en bij vele
mensen. Later werden ze in enigen zeer geweldig. Deze werden
dan toonaangevers, aanvoerders en goden der anderen en stichtten
op grond van hun visioenen allerlei afgodendiensten; zij deden
ook hier en daar allerlei kunsttoeren, krachtvertoningen,
690 Wat de H. Schrift zegt over Nemrod, zoon van Chus, zoon van Cham,
zoon van Noë en wat de joodse traditie over hem bevestigt, wordt
onrechtstreeks beaamd door K.’s beschrijvingen van Derketo, haar dochter
en kleindochter: stedenbouwers, jagers, uitroeiers van wilde dieren,
veroveraars, tovenaars, vereerders van boze geesten, zelfaanbidders.
Zulke toestanden in die uitgestrekte landen kunnen ons bij een eerste
aanblik verbazen, maar een eenvoudige blik op wat wij in deze eeuw in
Europa, ja, in heel de wereld reeds hebben zien gebeuren, neemt die
verbazing weg.
Fascikel 25
2471
|