de kust afdaalt.
De zuidelijke kustvlakte vanaf 305 m en lager is tweemaal zo breed als
de noordelijke.
Het hoogste centraal gedeelte van de Troödos is in de zomer de
luststreek van Cyprus. Het koele klimaat, de schoonheid van de streek,
de vele heerlijke vergezichten en magnifieke schilderachtige zichten
trekken elke zomer talrijke bewoners aan. Dit hoogland is bedekt met
tuinen, bossen, landhuizen, wijnbergen, koloniën, hotels en gestichten.
Troödos onder de sneeuw biedt magnifieke gezichten van
berglandschappen.
De oostelijke voorberg Stavrovoeni, d.i. Kruisberg of Oros agios Stavros,
d.i. Santo Croci, berg van het H. Kruis, ontleent zijn naam aan het
klooster dat daar op een rotstop gelegen en aan het H. Kruis toegewijd
is. Op deze meest oostelijke top van de Troödosketen geniet men de
prachtigste vergezichten.
De berg is ook klaar zichtbaar vanop de zee bij Larnaka.
Het genoemde klooster werd, luidens een traditie, gesticht door de H.
Helena na haar ontdekking van het ware heilig kruis. Zij stond aan dit
klooster het kruis af van de goede moordenaar en een stuk van het kruis
van Jezus. In de middeleeuwen was dit klooster beroemd en trok vele
pelgrims aan (cfr. Dapper, Cyprus; ook: Groot Leven van Christus,
Kochem, blz. 707, 1e k.).
De vlakte Messaria strekt zich tussen de twee beschreven bergketenen
uit met een geleidelijke nederhelling naar het oosten. In deze richting is
zij 88 km lang en van noord naar zuid 24 km à 30 km breed.
Ze is buitengewoon vruchtbaar, vooral in haar oostelijk gedeelte, waar
zij ook het breedst is. Naar het westen toe versmalt ze even door de
bergketens die mekaar benaderen en bij Nicosia het dichtst bij elkander
komen. Die vlakte is de graanschuur van Cyprus.
Ze wordt door twee rivieren doorsneden, die om het zo uit te drukken zij
aan zij oostwaarts lopen en even ten zuiden van de ruïne van Salamis in
de zee uitmonden. Het zijn de Pedias (Pediaeus) en de Djalias, de enige
rivieren van het eiland die deze naam verdienen. Nochtans zijn ook deze
rivieren, zoals alle overige op het eiland, onbestendig.
Fascikel 25
2489
|