Hier zijn zeer vele veldhoenen en kwakkels en verbazend vele
grote duiven met dikke kroppen696. Ook herinner ik mij een soort
van dikke, grauwe, geribde appelen op spalier- of uitgespreide
leibomen gezien te hebben (cfr. fasc. 18, nr. 742, voetnoot 375).
Deze appelen hebben roodgestreept vlees en, zo ik meen, acht
kernen, die twee en twee tezamen liggen.
Gelijk gisteren leerde Jezus in parabelen over de oogst
en het dagelijks brood. Hij nam hier geen deel aan een
eigenlijke maaltijd, maar aanvaardde hier en daar bij hutten een
geringe verversing, zoals de mensen daar te lande gewoon zijn die
aan te bieden. Hij genas verscheidene lamme kinderen,
die in een soort van bak of trog in de wol, en, zo ik meen, ook op
schaapshuiden lagen. Enige van die mensen die Hij bezocht,
liepen zeer hoog op met zijn onderricht, maar Hij verzocht hen
te zwijgen, herinnerde hen aan Gods geboden en
zegde hun iets dat goed geleek op deze uitspraak:
“Aan hem die heeft, zal nog gegeven worden, maar
aan hem die niet heeft, zal nog ontnomen worden
wat hij heeft.” (cfr. Luk. 8, 18).
1284.
Ik zag de Joden over vele punten uit Jezus’ leer in twijfel en
Jezus beantwoordde hun opwerpingen en
moeilijkheden. Zij vreesden geen aandeel in het Beloofde
Land te hebben; zij meenden dat Mozes onredelijk had gehandeld
met de omweg door de Rode Zee (en over het Sinaï-gebergte) te
nemen en met zolang in de woestijn te dwalen, daar er korter
wegen bestonden.
696 Vele veldhoenen. – “Cyprus voedt een zeer grote menigte van allerlei
vogels als duiven, patrijzen, kwakkels, veldhoenen. Eenden en ganzen zijn
er in een oneindig getal en tortelduiven zoveel als mussen in ons land; ze
zijn er zeer tam en komen in benden op de daken zitten of strijken neer in de
tuinen en straten en schijnen met de mensen om te gaan.” (Dapper, Cyprus,
blz. 54).
Fascikel 25
2495
|