genoemd; zij is van priesterlijk geslacht en van de familie, waaruit
later de moeder van de H. Katarina voortgekomen is; deze heeft
hetzelfde huis bewoond.
Men heeft haar verzocht om nog eens in de tempel haar dienst te
gaan verrichten, doch zij heeft er mee gebroken en haar
schandelijke betrekking opgezegd. Deze gruwelen worden in het
donker in geheime kamers gepleegd.
De kinderen van deze tempeldienaressen worden als heilig in de
tempel opgevoed. Hun bezigheden bestaan in het vervaardigen
van borduur- en sierwerk, in zingen en dansen in de tempel.
Meestal worden zij later op hun beurt ook priesteressen en leveren
zich aan dezelfde schanddaden over708. Sommige trouwen ook in
de stad. Ook Merkuria heeft dergelijke kinderen uit zulke
omgang in de tempel. Thuis heeft zij twee dochters van haar man
en een buitenechtelijke zoon. De dochters volgden haar, toen zij
wegvluchtte, maar haar zoon kon zij niet meenemen.
Haar man is een zonderlinge gast; ik weet niet wat van hem te
denken. Hij leidt een gemakkelijk, genotzuchtig leventje en is
zeer dom. Hij laat zich dienen, eet en drinkt, doet wat hij wil, en
is niet zelden bedronken. Hij laat zich aan zijn vrouw en aan haar
leven niet gelegen zijn.
Merkuria blanket zich; zij maakt haar oogranden zwart, en rond
de rode wangen en de mond komen fijne, roodgele strepen, die
zacht overgaande vervloeien; zij ziet er uit als een geschilderd
beeld. Haar nagels en het binnenste van haar handen schildert zij
708 Schanddaden in de tempeldienst. – “… Overigens was in al die
afgodendiensten de prostitutie tot een dogma verheven.
De prostituees van beide geslachten maakten een integrerend deel van het
tempelpersoneel uit …
De zedeloosheid onder het masker van godsdienstigheid was eigen aan
heidense godsdiensten.
Zo wist de duivel van de laagste instincten der menselijke natuur gebruik te
maken om de mens te brengen tot de afgoderij, die zijn werk is.” (D.E. Idole,
c. 829-830).
Fascikel 25
2544
|