‐
het H. Graf heel dicht bij Kalvarië (Joa. 19, 42).
De ligging van H. Graf en Kalvarië beantwoordt aan de eisen van de
archeologie of anders gezegd deze voldoet aan hun ligging die vereist
wordt door de H. Schrift. Beide moeten nl. buiten de stadsmuur gelegen
zijn.
Welnu uit de archeologie blijkt dat de tweede stadsmuur of muur van
Ezekias de loop volgde die men op onze kaartjes aangetekend ziet en
dus de 2 heilige plaatsen buiten de stad liet. Er zijn voldoende
bouwresten teruggevonden om dit met quasi zekerheid te bewijzen.
Zowel ten oosten als ten zuiden liep de muur op een afstand van zowat
100 m er voorbij.
***
En wat nu gezegd van de door K. aangegeven afstand van 7 minuten
tussen Kalvarië en het H. Graf?
Een enkele aanwijzing, hoe positief ook uitgedrukt, is onvoldoende om
een goed gefundeerde traditie tegen te spreken. Wij beschouwen ze als
foutief. Zulke vergissingen treffen wij nog bij K. aan.
‐
Zo zegt zij eenmaal dat de bron van Jakob een half uur van de
Gerizzim verwijderd ligt, maar de bron ligt aan de voet van die berg.
Om er een zin aan te krijgen, kan men b.v. zeggen: de bron ligt een
half uur van de plaats bij Nabloes van waaruit de berg beklimbaar is.
‐
De zienster legt Hoekkok eens 7 uren van Kafarnaüm. In
werkelijkheid is de afstand geen 2 uur, doch, Kafarnaüm verlatend
was Jezus toen na 7 uren gaan met een grote omweg te Hoekkok
gekomen.
Na de balseming van Jezus’ lichaam hadden zijn vrienden het
waarschijnlijk heel langzaam naar het graf gedragen en waren ze
misschien nog een paar keren blijven staan om te bidden.
Dit kon op K. de indruk van een aanzienlijke afstand gemaakt hebben.
Zulke dingen hebben K. niet zelden beïnvloed bij het schatten van de
afstanden. Houden wij ook rekening met het feit dat K. doorlopend
ziekelijk was, heel dikwijls ook erg ziek, vooral in de vastentijd waarin zij
de lijdensverhalen deed.
Fascikel 32
598
|