overwinning op de dood en voor de Verlossing van de
mensen te bedanken; en het was alsof Jezus daardoor
wilde zeggen dat de eerstelingen van de vreugde aan
God toekomen, dat Magdalena zich in de eerste
plaats op het gebeurde moest bezinnen en God
bedanken voor de voltooiing van het mysterie der
Verlossing en voor de overwinning op de dood.
Want zij had zijn voeten gaarne omarmd, zoals vroeger en had
aan niets anders gedacht dan aan haar geliefde Meester en in de
hevigheid van haar liefde was zij het wonderbaar gebeuren dezer
dagen als een droom vergeten (Joa. 20, 11-17).
Na het verzwinden van de Heer zag ik Magdalena zich oprichten
en juist alsof ze uit een louter droom kwam, nogmaals tot bij het
graf lopen. Nu zag zij de 2 engelen op het grafleger zitten,
vernam van hen hetzelfde wat de andere vrouwen gehoord hadden
over Jezus’ Verrijzenis (Joa. 20, 18), zag de ledige doeken liggen,
kreeg inwendige zekerheid van het wonder en van Jezus’
verschijning aan haar en liep de tuin uit om haar gezellinnen op de
weg naar Golgota te zoeken; zij dwaalden hier nog vreesachtig
rond, deels wachtend op Magdalena’s terugkeer, deels met de
hoop de Heer ergens te zullen ontwaren.
2032.
Wat Magdalena hier beleefde, duurde slechts enige minuten.
Het kon ongeveer half 3 zijn, toen de Heer haar verscheen en
nauwelijks had zij de tuin verlaten of Joannes kwam er
binnenlopen, van nabij gevolgd door Petrus.
Joannes bleef staan op de rand vóór de ingang en bukte om door
de deur van de voorkamer naar de half openstaande deur van de
grafcel te zien en hij zag in de cel de doeken liggen.
Nu kwam Petrus aan, daalde af in de spelonk tot bij de lijkbank en
zag de doeken in het midden van de bank liggen; ze waren van
beide zijden naar het midden samengerold met de specerijen erin
Fascikel 32
724
|