te gaan vertellen aan de andere leerlingen die zich in de spelonken
verborgen hielden176.
1987.
De tuin aan wiens einde de met gras begroeide grafspelonk rechts
gelegen was, had een onregelmatige vorm en was omgeven door
een haag van levend groen. Aan de binnenkant van de haag had
die tuin bij de ingang nog een afsluiting van horizontale staken
die met ijzeren pinnen aan palen bevestigd waren. Vóór de
ingang van de tuin, evenals vóór de grafspelonk, stonden enige
palmbomen. De overige gewassen in die tuin waren struiken,
bloemen en welriekende heesters. Toen de stoet bij de ingang van
de tuin gekomen was, zag ik hem een ogenblik stilstaan.
Men opende de tuin door enige dwarsstaken uit hun pin te heffen
en men bediende zich van dezelfde staken om de steen, die voor
de afsluiting van de deur der grafcel bestemd was in de grot
(voorkamer) te wentelen.
Bij de grafrots gekomen openden zij de (kistvormige) draagbaar
en hieven het heilige lichaam eruit op een smalle plank waaronder
een doek dwars uitgespreid werd.
Nikodemus en Jozef van Arimatea droegen aan de uiteinden van
de plank en de 2 anderen ter zijde aan de dwarsliggende doek. De
bedienden van Nikodemus hadden de rotsspelonk die nieuw en
nog maar pas uitgehouwen was, gereinigd en de laatste dompige
geur door het branden van reukwerken er uit verdreven; van
binnen was ze zeer sierlijk en rondom hadden de wanden
176 In deze passage is door het kleine dal bedoeld het valleitje tussen H. Graf
en Kalvarië. Wat de opgave van 7 minuten betreft, de moeilijkheid is ter
sprake gekomen en klaarblijkelijk opgelost in de ‘Uitweiding over de
betrouwbaarheid van de traditie betreffende het Heilige Graf’ na nr. 1971.
De hoogte aan gene zijde van het dal is dan de heuvel Gareb, waarbij
gevoegd kan worden de verdere helling tot op de bergvlakte waar zich birket
Mamilla bevindt, want vanop Kalvaria en de H. Grafheuvel is deze plaats
zichtbaar.
Fascikel 32
631
|