Door het loskomen van de grote steen uit de noordelijke
tempelmuur bij de ingestorte bidcel van Simeon, was er op de
plaats waar Zakarias verschenen was, een zo grote opening in het
voorportaal ontstaan, dat de H. Vrouwen er zonder moeite door
konden; hier, van bij de grote leerstoel waarop Jezus als knaap (en
ook later als volwassen man) had geleerd, konden zij door het
gescheurde voorhangsel in het nu openstaande Heilige kijken, wat
zij anders niet hadden mogen doen. Benevens dat, waren hier en
daar wanden gebarsten, de vloer op sommige plaatsen verzakt,
drempels verschoven en zuilen uit hun stand geweken.
De H. Maagd bezocht met haar gezelschap al de plaatsen die haar
dierbaar waren, omdat Jezus ze door zijn tegenwoordigheid had
geheiligd. Zij wierp zich neer, kuste de grond en vertelde de
daaraan verbonden gebeurtenissen onder tranen met weinige,
doch aandoenlijke woorden. Haar vriendinnen volgden haar
gebaren en verering na.
1997.
De Joden hebben een buitengewone verering voor alle plaatsen
waar iets geschiedde, dat in hun ogen heilig en gedenkwaardig is
(cfr. ‘Uitweiding over de betrouwbaarheid van de traditie
betreffende het Heilige Graf’, na nr. 1971 en fasc. 31, einde van
nr. 1921).
Zij raken er de grond aan en kussen hem en werpen er zich met
het aangezicht op neder. Ik heb mij nooit daarover verwonderd.
Wanneer men weet, gelooft en voelt dat de God van Abraham,
Isaäk en Jakob een levende God is, die woonde onder zijn volk
in de tempel, zijn woning te Jeruzalem, zou men eerder
verwonderd zijn, indien zij dit niet deden.
Wie gelooft aan een levende God, de Vader, Verlosser en
Heiligmaker, verwondert er zich niet over dat Hij uit liefde
onder de levenden leeft en dat die levenden Hemzelf en alles
wat op Hem betrekking heeft, meer liefde, verering en
Fascikel 32
645
|