Laatste levensjaren, dood en verheerlijking
van Maria (vervolg)
Nog 2212.
Vervolg van wat meegedeeld werd op 12 augustus 1821.
Toen de vertellende hedenavond nauwelijks was ingesluimerd,
begon zij op bedaarde, zachte, buitengewoon aandoenlijke wijze
Maria-liederen te zingen. Bij haar ontwaken ondervraagd door de
schrijver naar wat zij zong, antwoordde zij nog maar half wakker:
“Ik ben in de processie meegegaan met die vrouw daar, nu is ze
weg!”
‘s Anderendaags gaf zij hierover de volgende nadere verklaring:
“Ik volgde gisterenavond 2 van Maria’s vriendinnen op de
kruisweg achter haar woning; zij bewandelen afwisselend alle
dagen deze weg ‘s morgens en ‘s avonds en ik sluit mij dan
ongemerkt achter hen bij hen aan. Gisteren geraakte ik vol vuur
en ik begon te zingen en opeens verdween het tafereel.”
2213.
De kruisweg van Maria telt 12 staties. Maria zelf heeft deze in
schreden afgemeten, en Joannes heeft voor haar de gedenkstenen
laten oprichten. Aanvankelijk waren dit slechts onbehouwen
stenen (zonder inschrift) om de plaats aan te duiden, doch stilaan
werd alles sierlijker. Nu waren het lage, gladde, witte,
meerhoekige, ik geloof bijna, achthoekige stenen, van boven
enigermate toelopend tot een klein, effen bovenvlak, waarin een
uitholling was. Ieder dezer gedenkstenen stond op een voetstuk
van hetzelfde steen. Wegens het welige gras en de mooie
bloemen die er omheen groeiden, kon men de dikte of hoogte van
dat voetvlak niet zien. Zowel deze voetstukken als de
gedenkstenen zelf waren alle (naderhand) van Hebreeuwse
inschriften voorzien (geworden).
Fascikel 35
70
|