Deze Kleofas bracht in het nieuwe gezin een onechte dochter mee,
Anna Kleofas genaamd, die 3 zonen kreeg en later als weduwe tot
Marta kwam. Een van die zonen was Natanael of de kleine
Kleofas, die een leerling werd van de Heer.
(In fasc. 19, nrs. 815 en 819 wordt vader Kleofas een zoon van
een broer van de H. Jozef genoemd).
Maria Heli schonk aan haar man Kleofas 3 zonen, die later
leerlingen van Joannes (vervolgens ook leerlingen van Jezus)
werden, namelijk Jakob, Sadok en Heliakim, en een dochter die
Maria van Kleofas genoemd wordt. Vier jaren na de geboorte van
deze kleindochter bracht Anna de allerheiligste Maagd ter wereld,
die ik als kind met Maria van Kleofas, haar nichtje dat ouder was
dan zij, nog hedennacht heb zien spelen.
Terwijl de Moeder Gods in de tempel te Jeruzalem woonde,
trouwde Maria van Kleofas met een herder van Joakim, Alfeüs
genaamd, die niet meer jong, maar ten minste in de dertig was; hij
was een weduwnaar en had uit zijn eerste huwelijk een zoon, die
later de apostel Matteüs werd, en ook nog een dochter Maria, die
met een ondertollenaar bij Chorazin trouwde. Deze verliet zijn
betrekking, zodra hij de doop van Joannes ontvangen had en ging
in dienst in de Visserij van Petrus. Ook hij was op de schepen,
toen Jezus daar kwam.
2233.
Ik heb deze nacht de bruiloft van Alfeüs met Maria van Kleofas
gezien; ze had plaats in een klein dorp, niet verre van Nazareth,
waar de ouders van de bruid woonden. Deze bruiloft was wel zo
luisterrijk als die te Kana. Op deze bruiloft zag ik o.m. de vader
van Alfeüs, een klein kromgebogen oudje met een lange baard; hij
was afkomstig uit het gewest van Bethlehem en heette Salano of
Solama of Sulama, wat ik niet meer nauwkeurig weet.
Mijn geestesblik wendde zich nu naar deze Salano te Bethlehem.
Ik zag hem in dit gewest op een klein landgoed, dat
oorspronkelijk tot het huis en het eigendom behoorde, waarin en
Fascikel 35
122
|