Nadat de schrijver dit gedaan had en teruggekeerd was, zeide hij:
”Vertel nu maar!” Opeens staarde zij voor zich uit en vroeg zich
aarzelend af: “Waar ben ik nu eigenlijk? Is het morgen of
avond?”
De schrijver wedervoer: “Je wilde mij het afsterven der H. Maagd
verhalen.”
“O ja kijk! daar heb je die mensen, de apostelen, ondervraag hen
zelf; je bent geleerder en beter ter taal, voor jou is het
gemakkelijker om het te vragen; zie! zij volgen het pad van de
kruisweg; zij gaan naar het graf van de Moeder van God; zij gaan
er aan werken.”
Op dit ogenblik, toen zij dit zegde, beschouwde zij reeds de
handeling die na Maria’s dood plaatshad.
Na een ogenblik zwijgen vervolgde zij, terwijl zij de getallen die
in haar visioen voorkwamen, met de vingers nabootste:
“Zie welk getal!
Eén trek I en dan nog een V bij elkaar, is dat niet 4?
En dan weer een V met 3 trekken erachter, is dat niet 8?
Nochtans (om 48 weer te geven) is dit niet juist (zou moeten zijn
XLVIII), maar dit wordt mij zo getoond, als waren het cijfers,
omdat ik hoge getallen in letterschrift (of Romeinse cijfers) niet
kan lezen. Wat ik zie, moet betekenen: het jaar 48 is het sterfjaar
van de H. Maagd.
Verder zie ik daar X en III en dan tweemaal het teken van volle
maan, zoals deze in de almanakken afgebeeld wordt; de betekenis
hiervan is dat de H. Maagd 13 jaar en 2 maanden na Christus’
Hemelvaart gestorven is34.
34 In fasc. 34 is een nota geplaatst van Brentano zelf, die doet opmerken dat
K. in de visioenen die op de Roomse kerk betrekking hadden, alle getallen in
Romeinse cijfers zag (fasc. 34, nr. 2195, voetnoot 2).
Deze nogal primitieve manier om getallen aan te duiden vindt men ook terug
bij andere begenadigden, o.m. bij Don Bosco, die zeker geen van de minst
belangrijke is.
Fascikel 35
82
|