sierlijke metalen verhoging of opzetstuk (Aufsatz), waaruit het
water in vele stralen uitspoot. De voorgaande gedoopten moesten
telkens de handen leggen op de volgende dopelingen. Ik zag het
volk over deze genezingen opgetogen, maar de afgodendienaars
zeer woedend.
De koning wilde aan Bartolomeüs heerlijke geschenken in goud
en klederen geven, maar de apostel verborg zich en daarna werd
op zijn verzoek alles aan de armen uitgedeeld.
Ik zag Bartolomeüs zich vaak lang met koning Polymius
onderhouden. Deze ondervroeg hem grondig en ik zag dat hij
Bartolomeüs dikwijls verliet om allerlei grote geschriften na te
slaan en te onderzoeken. Maar de apostel had een rol bij zich die
het Evangelie van Matteüs was en waaruit hij hem antwoordde.
Hij zei hem ook dat die mensen door de duivel in het afgodsbeeld
eerst ziek gemaakt en dan genezen werden, opdat zij aan die
gruwelijke dienst geboeid zouden blijven.
“Maar nu de duivel zelf in de naam van Jezus Christus gebonden
is”, zo vervolgde en besloot Bartolomeüs, “kan hij in het beeld
niet neer werken, en ik wil u dit alles aantonen, indien gij de
tempel aan de ware God wilt toewijden en u met geheel uw volk
tot het ware geloof wilt bekeren en u laten dopen.”
De koning riep al het volk in de tempel bijeen en terwijl de
priesters offerden, riep satan uit het beeld: “Doet dit niet, want
door de Zoon van God ben ik gebonden.”
2271.
Bartolomeüs beval hem al zijn leugens met de genezingen te
bekennen en hij bekende alles door de mond van het beeld.
Hierna hield Bartolomeüs vóór de tempel in de open lucht een
toespraak tot het volk en gaf satan het bevel zich in zijn ware
gedaante te vertonen, opdat zijn vereerders mochten zien wat voor
een god zij aanbaden. Satan vertoonde zich als een vreselijk
zwart wangedrocht in mensengestalte en voer vóór hun ogen in de
aarde.
Fascikel 35
202
|