de geboorte omringen, het meest bijdragen tot de vorming van
zulke families, die zich door eer en zuiverheid onderscheiden
(Quam pulchra est casta generatio cum claritate!).
Alle heiligen die door hun moeder met het leven de genade van
zuiverheid naar lichaam en geest meegekregen hebben, die nooit
een gevoel of beweging van vleselijke begeerlijkheid
ondervonden hebben, zijn dit wonderbaar voorrecht na God aan
hun ouders verschuldigd. Dezen zijn het, die door hun eigen
inwendige genaderijkdom, deugd, versterving,
boetvaardigheid en plichtbetrachting de vrucht van hun
schoot voor de hemel ongerept bewaarden en aldus de Kerk
met dit roemrijk geslacht verrijkten. Zulke vrome moeders
vinden hun voorbeeld, ja, om zo te zeggen de wortel zelf van de
hun verleende genade, in de H. Anna, die aan haar verhouding tot
Maria het voorrecht te danken had, een bron van zegen en
zaligheid voor de gehele Kerk in alle eeuwen te mogen wezen, en
zulks in een hoger graad dan alle andere H. Vrouwen, die toen,
gelijk zij, in de volheid van de tijden leefden.
Heeft zij niet juist om reden van deze haar zending en bijzondere
roeping haar 3 huwelijken geopenbaard aan 2 zulke maagdelijke
zielen, die hun leven lang van elke zinnelijke beweging in hun
vlees vrij bleven, ik bedoel de H. Koleta en onze eerbiedwaardige
Katarina Emmerick?
***
De H. Koleta (Acta SS. mensis Martius, T. I. die VI), die, gelijk
de H. Magdalena van Pazzis, met dit zeldzaam voorrecht
begunstigd was, placht in moeilijkheden en narigheden, waarmee
zij in de haar door God opgelegde hervorming der dochters van de
H. Klara te kampen had, haar toevlucht meest tot zulke heiligen te
nemen, van wie zij wist dat zij op aarde de maagdelijke
zuiverheid het vurigst bemind hadden. Zij wendde zich zelden tot
de H. Anna, daar zij aan haar 3 huwelijken enigszins aanstoot
nam.
Fascikel 35
130
|