aanstonds en zij verlangde het ook niet. (Reeds een hele tijd
was zij ziek en Jezus wist het, doch eerst nu kwam Hij haar
genezen). Zij had reeds veel over Jezus’ wondergenezingen
gehoord, maar niet verlangd dat Jezus een wonder zou doen voor
haar; haar hoogste geluk was geweest dat Petrus Hem had leren
kennen.
Het huis van Petrus was nog behoorlijk, hoewel reeds oud; het
grensde van achteren aan een wal. Er was een gesloten hof
omheen en er stond een waterpomp vóór. De stam of pompbuis
was niet zo hoog als een man; men trad beneden ergens op en dan
spoot haar water boven rondom uit. Aan de ene zijde van het huis
was een aanzienlijke visvijver, waartoe men met graszoden
trappen afdaalde. Ik heb er ook vele vissen in gezien (cfr. fasc.
14, nr. 485, voetnoot 232). Het waren andere dan hier; ze hadden
zeer dikke koppen. Aan de andere zijde van het huis was een
moes- en bloementuin.
In Jezus’ eerste jaar openbaar leven zag ik Petrus’
schoonmoeder door Jezus genezen worden.
Petrus had huis en goed nog niet verlaten, maar was door Andreas
reeds met Jezus bekend en Jezus had hem ook reeds van
zijn visserswerk afgeroepen.
Men hoort ook veel zeggen dat Petrus aanstonds alles liet vallen
en de Heer volgde, zohaast Hij hem riep, maar hijzelf heeft mij
toch gezegd dat hij nog eerst zijn vader is gaan verwittigen.
2239.
Jezus had reeds vele wonderen in de omstreken
verricht, maar had Petrus’ schoonmoeder nog niet
genezen. Zij had van die wonderen gehoord en er zich over
verheugd, ook omdat Petrus Hem had leren kennen, maar in haar
geduld had zij niets voor zichzelf verlangd.
Ik zag Jezus bij Petrus’ huis aankomen. Terwijl Hij
met enige leerlingen nog in de naaste omgeving
Fascikel 35
142
|