-
Het vierde kind dat Maria van Kleofas had van Alfeüs, was
Jakobus de Mindere. Hij was zeer schoon en geleek sprekend
op Jezus. Ook noemde men nog meer hem dan zijn broeders,
de broeder van de Heer. Hij was jonger dan Jezus en kon bij
de kruisiging 25 jaar oud zijn.
Alfeüs stierf 14 jaar vóór de dood van de Heer.
-
Na zijn dood hertrouwde Maria van Kleofas met Sabas, die
Joses Barsabas bij haar won.
Deze werd later tot bisschop van Eleuteropolis gewijd en was
bij de dood van Maria aanwezig, als vertegenwoordiger van
Jakobus de Meerdere, die toen reeds de marteldood had
ondergaan. Als bisschop wijdde hij de zonen van de
verwanten van Jezus uit Neder-Sefforis tot priesters.
Hij heeft als hoofd van zijn kerk verbazend veel geleden,
aangezien hij van hoegenaamd niemand bescherming tegen de
Joden kon bekomen. Hij stierf gekruisigd aan een boom.
Zijn vader was verwant met die mensen in Neder-Sefforis, die
hun zonen aan Jezus aanbevalen; daarom spraken zij toen ook
van hem (cfr. fasc. 15, nr. 582, voetnoot 275).
Hij is na Maria’s dood veel bij Paulus geweest en is ook met
hem naar Efeze gekomen; hij vertelde hem alle
omstandigheden van Maria’s dood en hij heeft hem in haar
huis en bij haar graf gebracht. Alvorens bisschop te worden
hield hij zich nog enige tijd te Jeruzalem op bij zijn
halfbroeder Jakobus de Mindere, die hem nog in vele dingen
onderrichtte.
-
De derde man van Maria van Kleofas heette Jonas;
hij was de broer van de vrouw van Petrus en de vader van
Simeon, die later bisschop van Jeruzalem werd.
2235.
18 februari 1821. –
Over deze Simeon vertelde de zienster op 18 februari 1821 het
volgende:
Fascikel 35
125
|