***
P. Barradius geeft toe dat de andere mening oud en nog algemeen
verspreid is en beperkt zich er bij te bewijzen dat de nieuwe die
hij verdedigt, niet langer beschouwd dient te worden als ‘vals,
vermetel en in strijd met het gevoelen van de Kerk’ (‘erronea,
temeraria en Ecclesiae repugnans’).
***
Geheel anders trad 100 jaar later P. Cuper in Acta SS. op (T. VI,
juli). Hij geeft, zoals Salmeron toe, dat de mening van de 3
huwelijken algemeen verspreid is geweest en door het getuigenis
van vele schrijvers bevestigd kan worden, maar hij noemt
niettemin de andere mening van één huwelijk redelijker en
betrouwbaarder.
“Cum Salmerone nostro libenter fateor sententiam de triplici S.
Annae conjugio vulgarem fuisse en multorum auctorum suffragiis
confirmari posse. Imo, scio Eugesippum quemdam, saeculo XI in
tractatu de distantiis locorum terrae santae triplex hoc
matrimonium asserere; nihilominus Sanctae nostrae
monogamiam magis rationi ac veritati consentaneam existimo.”
Met het oog op Dr. Eck voegt hij hier aan toe: “zonder mij de
lichtvaardige censuur van een privaat persoon veel aan te trekken”
(“temerariam privati hominis censuram parum curantes”).
Cuper kon zo spreken, omdat al de grote leraars die zijn orde tot
dan toe had voortgebracht, de vroegere algemeen heersende
mening bestreden hadden. Overigens lag het in de lijn van de
theologische controverse in de 16e en 17e eeuw op dit punt af te
wijken van de oude overlevering. De oorlog die de hervormers
tegen de maagdelijke staat hadden verklaard, en de onverdiende
voorkeur die zij aan het huwelijk boven de vrijwillige
maagdelijke eeuwige zuiverheid gaven, was een prikkel om een
mening prijs te geven, waarop de hervorming zich ten onrechte
beriep als argument om haar dwaalmening te verdedigen.
Fascikel 35
136
|