Doch het hoofdargument van Lorinus wordt weerlegd door de
volgende eenvoudige opmerking van de schrijver van Anna’s
leven in ‘Boek VI van Acta sanctorum’ (juli), waar gezegd wordt:
“Volgens het commentaar van Lorinus op het eerste hoofdstuk
van Handelingen der apostelen (welke plaats juist door
Benediktus XIV geciteerd wordt), zou de H. Ambrosius in zijn
traktaat over de weduwen gezegd hebben dat de H. Anna maar
eens getrouwd is geweest. Zijn bewering is een dwaling.
Ik heb de verhandeling van de H. Ambrosius geheel doorlezen
en ik heb me moeten overtuigen dat Ambrosius niet de H.
Anna, moeder der H. Maagd bedoelt, maar Hanna, de
profetesse, de dochter van Fanuel.”
Tegen het gezag van de eerwaarde (thans heilige) Canisius, die de
3 huwelijken ontkent, kan uit de middeleeuwen een hele reeks van
nog gezaghebbender leraars aangehaald worden, die zich voor de
3 huwelijken der H. Anna uitspreken.
***
De kartuizer Petrus Sutor, in zijn boek ‘De triplici divae Annae
connubio’ haalt het gevoelen aan van Albertus Magnus, van Paus
Innocentius V en van Vincentius van Beauvais. In zijn zeer
beroemd ‘Speculum Historiale’ verklaart deze laatste zich
eveneens voor de overlevering, gelijk ook de H. Antoninus in ‘la
Parte Historiae’.
Petrus Sutor verzamelde daarenboven nog zoveel andere
getuigenissen tot in zijn tijd toe, dat hij het resultaat van al zijn
onderzoekingen in deze woorden kon samenvatten:
De sententie (= zin- en zedespreuk, kernspreuk, kernachtig gezegde) van
de 3 huwelijken van de H. Anna is het algemeen gevoelen van
alle rechtdenkende leraren, zodat men er niet zonder vermetelheid
van kan afwijken (Triplex Annae connubium est communis
sententia probatorum doctorum, a qua non licet sine temeritate
dissentire).
Fascikel 35
132
|