stemmen van de knapen klonken zeer welluidend en zoet boven
die der volwassenen uit.
Na de plechtigheid keerden zij terug naar hun tent, waar Jozef hun
andermaal een kleine maaltijd had bereid. Na afloop hiervan
gingen enigen opnieuw in de herberg te Bethlehem overnachten,
terwijl de overigen zich weerom in de tent langs de wanden ter
ruste legden.
***
Te middernacht had ik opeens een visioen.
Ik zag de koningen in hun tent rondom langs de wanden op
opengespreide dekens slapen en een schitterende jongeling tussen
hen verschijnen. Hun lamp was ontstoken en zij richtten zich op
in hun slaap; het was een engel die hen wekte en hun beval
onverwijld en haastig te vertrekken en niet de weg over
Jeruzalem, maar om de Dode Zee door de woestijn in te slaan.
Snel sprongen zij van hun legerstede op; sommigen ijlden naar
hun reisgenoten; een ander naar de grot en deze wekte de H.
Jozef, die zich aanstonds naar Bethlehem spoedde om hen te
roepen die daar in de herberg een nachtverblijf gezocht hadden.
Doch weldra ontmoette hij hen op de weg; zij kwamen reeds
terug, want zij hadden dezelfde verschijning gehad en dezelfde
waarschuwing gekregen.
Met een onbegrijpelijke snelheid was de tent dadelijk opgebroken,
opgeladen en al het overige van het kamp weggeruimd347.
Terwijl de koningen nog vóór de geboortegrot op roerende wijze
van Jozef afscheid namen, snelde reeds hun gevolg in verscheiden
347 Tenten met verbazende snelheid opgebroken. –
“Zo de nood dwingt, is in één uur een geheel bedoeïenenkamp opgebroken,
geladen en weg.” (‘t H. L.3e jg. blz. 7).
Met een ongelooflijke snelheid breken zij op een teken de tenten op en
laden ze op wagens (of kamelen). (Mislin, II, 80).
Fascikel 6
662
|