Klein incident. – Medicinaal krijt.
Twee oude mannen en wel, naar ik meen, van de herders die als
eersten het Kind aanbeden hadden, kwamen de H. Jozef
waarschuwen om voor die opspoorders op zijn hoede te zijn;
daarom zag ik de H. Familie met het Jezuskind zich gaan
verbergen in de grafspelonk van Maraha; de geboortegrot was
ontruimd; niets verried daar nog de aanwezigheid van bewoners;
binnen zag het er doods en verlaten uit; ik zag hen in de nacht met
een afgeschermd licht door het kleine dal trekken. Anna droeg de
kleine Jezus vóór zich in de armen; Maria en Jozef gingen aan
haar zijden en vergezellende herders droegen de dekens en andere
slaapbenodigdheden voor de heilige vrouwen en het goddelijk
Kind.
Terwijl ik hen zo zag gaan, kreeg ik een bijvisioen, doch ik weet
niet of ook de H. Familie het zag; ik beschouwde vóór de borst
van moeder Anna, rondom de kleine Jezus, een glorie of licht,
waarin 7 engelengestalten in golvende en liggende houding boven
mekaar rond het Kindje Jezus zweefden; ook vertoonden zich aan
mij nog vele andere gestalten in deze glorie en bovendien zag ik
aan de zijden van Anna, van Jozef en Maria nog andere
lichtgestalten die hen onder de armen schenen te leiden. Toen zij
de voorkamer waren binnengetreden, sloten zij de deur en gingen
dan in de eigenlijke grafkamer, waar zij hun legersteden in orde
brachten.
157.
Donderdag, 27 december. –
Opmerking van Brentano. – Verschillende jaren kwam de zienster op
het volgende incident terug, maar telkens verhinderden ziekten en
storende bezoeken haar het op de dag zelf te vertellen; dit deed zij
dan later bij wijze van aanvulling.
Terwijl Maria aan Anna nog vertelde over het bezoek van de
koningen en beide ook nog hier in de grafspelonk het
achtergelaten en opgestapelde goed der koningen nazagen, zag ik
Fascikel 6
671
|