812.
2 november = 12 Markeswan; Sabbat. –
Na de sabbatlering ging Jezus vóór de stad in de herberg,
waar Hij Natanael de bruidegom en twee van de zonen van
Kleofas en der oudste zuster van zijn Moeder, en nog een paar
andere leerlingen aantrof; zij waren allemaal voor de
sabbatviering hier samengekomen en zo waren nu ongeveer 17
leerlingen hier bij Hem. Ook waren hier voor de sabbat de
mensen uit het huis van Lazarus’ landgoed bij Ginea (ten noorden
van Dotan), waar Jezus kwam, toen Hij onlangs Atarot bezocht
(nr. 555).
Dotan is een mooie, oude, goed versterkte stad, die een zeer
aangename ligging heeft; ze heeft wel gebergten achter zich, maar
haar ligging is er niet door versomberd, want vóór zich heeft zij
uitzicht op de schone vlakte Esdrelon (in elk geval op de vlakte
van Dotan, die een verlenging is van de Esdrelonvlakte).
Ook zijn de bergen hier niet zo verscheurd en steil; er liggen grote
bergruggen boven elkaar en ook de wegen zijn er beter; de huizen
zijn hier in de oude trant gebouwd, gelijk ten tijde van David; vele
hebben kleine torens op de hoeken van het dak, met grote ronde
bollen erop; daarin kan men zitten en rondzien.
Uit zulk een bol ontwaarde David Betsabee (II Sam. 11, 1-7).
Ook zijn er op de daken vele gaanderijen, die met levende rozen
en zelfs met sierboompjes opgeluisterd zijn.
Jezus ging ‘s morgens in de synagoge en na er het
woord gevoerd te hebben, ging Hij door de straten in vele
voorhoven van de huizen, waar zich zieke mensen bevonden. De
bewoners smeekten Hem aan de deuren en Hij ging met een paar
leerlingen binnen. De andere leerlingen werden hier en daar
aangesproken en spraken voor de mensen bij Jezus ten beste; op
deze wijze genas Hij er vele.
Ook bezocht Hij in een afgezonderde plaats melaatsen, die Hij
genas. In deze stad waren vele melaatsen, misschien omdat de
Fascikel 19
1427
|