824.
Hier (bij de rij huizen, ten zuiden van Ebez) en reeds op de
noordelijke helling (van Gilboa) begaf Jezus zich in een herberg
waar vele oude mannen en vrouwen, die verwanten van Hem
waren, op Hem wachtten; zij ontvingen Hem met de voetwassing
en legden jegens Hem een diepgemeende en toch vertrouwelijke
eerbied aan de dag; zij waren ten getale van 15, 9 mannen en 6
vrouwen; zij hadden Hem laten weten dat zij hier een samenkomst
met Hem verlangden.
Abez = Ebez = Beit Ilfa.
Daar ligt op een heuvel in het dal, nochtans niet ver van de voet van Gilboa,
de stad, behorend tot de stam Issakar (Jos. 19, 20). Wetenschappelijk is de
ligging totaal onbekend. Wij nemen er voor, niet zonder enige
waarschijnlijkheid, Beit Ilfa.
Dit is een dorp met de ruïne van een oude stad, in de vallei op een heuvel,
gezeten als een vogel op een spits, perché sur une colline (Guide bleu).
Dankzij de Joden is de ruïne uit haar puinen opgerezen; ze kreeg de nieuwe
naam Heftzi Ba en de oude naam heeft zich verplaatst naar een stichting
aan de voet van de heuvel.
Een km ten oostzuidoosten van de heuvel ontspringen twee rijke bronnen
waaruit beken vloeien, waarvan één best mogelijk de ‘Saülsbron’ is.
Te Beit Ilfa is men op een plaats waar de vallei versmalt en die als ‘t ware de
scheidslijn vormt tussen dwarsvallei en Jordaanvallei.
Dus kwam Jezus daar, gelijk K. zegt, in de ingang van een dal.
Ebez schijnt ook wel een zeer voorname stad geweest te zijn, en dit ook nog
in Christus’ tijd, volgens K.’s verhaal. Dit komt ook overeen met de
opgravingen die te Beit Ilfa op de heuvel met succes uitgevoerd werden.
Een zeer mooie, driebeukige synagoge met een prachtige kunstvolle
mozaïekvloer werd er opgegraven, misschien wel dezelfde synagoge die
Jezus straks zal bezoeken. De joodse kibboetz-stichtingen zijn er bloeiend;
moerassen werden gedraineerd, boomgaarden, tuinen, bouwland, weiden,
wijngaarden aangelegd. De twee gebergten naderen hier tot elkaar.
Uit het oosten komend, is men hier in het begin van een nieuw dal, het dal
van Jizreël. Wanneer Jezus van de helling van Gilboa afdaalt, bereikt Hij vrij
spoedig het stadje.
Over de graanstapels die tot ver in het jaar buiten blijven staan, is vroeger al
iets gezegd.
Fascikel 19
1448
|