| 
            
            Prediking bij Issakars huis.
            817.
            Tegen de middag ging Jezus met de leerlingen naar Issakars huis
            in de stad terug. Daar waren reeds vele mensen verzameld en het
            dienstpersoneel en de huisvrouw waren met de bereiding van de
            spijzen en het tafelgerei bezig.
            Wanneer men aan de achterzijde uit Issakars huis trad, kwam men
            op een bekoorlijke plaats vol groen, waar zich ook een zeer
            voortreffelijke bron van de stad bevond, die met allerlei
            gebouwen omgeven was. Deze bron hield men voor heilig, omdat
            Elizeüs die gezegend had.
            Daarnaast verhief zich een prachtige openbare stenen leerstoel en
            zag men een omheinde inrichting met schaduwrijke bomen, die
            een grote menigte toehoorders kon bevatten. Ook werden hier
            meermalen in het jaar, hoofdzakelijk op Pinksteren, openbare
            predicaties gehouden. Er waren bovendien ook nog kasten en
            lange stenen banken of smalle terrassen in de nabijheid van de
            bron, waar karavanen en grote scharen reizigers, die voor het
            Paasfeest naar Jeruzalem trokken, gespijzigd werden.
            Het huis van Issakar hield, als nabijgelegen, het toezicht over de
            bron en de plaats en had menige inrichting daarvan tot zijn
            gebruik, want dit huis had een soort van vervoerdienst.
            De karavanen wisselden hier van koopwaren, ontlaadden en
            Issakar zond de goederen verder (naar hun bestemming).
            Vandaar dat zeer vele koopreizigers met hun knechten hier
            herbergden en aten, hoewel het geen eigenlijke openbare herberg
            was. Het bedrijf van die man was er een als dat van de vader der
            bruid van Kana in Galilea. Deze schone bron had slechts het
            ongemak dat de waterader diep lag en dit met grote moeite
            Fascikel 19
            1436
             |