Leerrede in de synagoge te Kafarnaüm. –
Genezing van een razende bezetene.
861.
Te Kafarnaüm bezocht Jezus de synagoge. Buiten Matteüs waren
daar alle toekomstige apostelen en vele leerlingen en verwanten
van Jezus, alsook vele Hem verwante en toegewijde vrouwen.
Ook Maria Heli, de oudste zuster van Maria, wel bijna 70 jaar
oud, is met haar tweede man Obed bij Maria aangekomen per ezel
met geschenken.
(Ze was 19 jaar ouder dan Maria. Deze was bij Christus geboorte
15 jaar. Christus is nu 32 jaar. 19 + 15 + 32 = 66 jaar).
Zij woonde te Jafa, een kleine stad ten hoogste een uur van
Nazareth, waar Zebedeüs eerst gewoond heeft en zijn zonen
geboren zijn; zij had zich zeer er over verheugd haar zonen Jakob,
Sadoch en Eliachim, alle drie leerlingen van Joannes, en alle
anderen weer te zien. (Daar K. Jafa elders ten noorden van
Nazareth aanwijst, zal het niet Jafa zijn, 3 km ten zuiden van
Nazareth, ten ware zij zich telkens vergist zou hebben, maar
eerder er-Reineh, 2 km ten noorden van Nazareth).
Deze Jakob was reeds zo oud als Andreas en hij is dezelfde die
met twee andere leerlingen, Kefas en Joannes genaamd, eens met
Paulus een geschil heeft gehad over de kwestie van de joodse
besnijdenis. Hij werd ook priester na Jezus’ dood en was een der
voornaamste en oudste van de 70 leerlingen441.
441 Brentano plaatst bij deze passage de volgende nota:
“Dit is een hoogst merkwaardige mededeling; ze werpt een verrassend licht
op het 2e hoofdstuk van Paulus’ brief aan de Galaten en bevestigt de door
Eusebius bewaarde overlevering dat Paulus onder Kefas niet de H. Petrus,
maar een van de 70 leerlingen verstaat.” Tot hier Brentano.
Wij voegen er aan toe: K.’s bewering dat Paulus het over de besnijdenis niet
met Petrus aan de stok had, maar met een invloedrijk leerling Kefas en twee
andere leerlingen die ieder heetten gelijk een apostel, zijn hier zo natuurlijk,
ongezocht en zonder bijbedoeling uitgesproken, dat wij ze wel ernstig
Fascikel 19
1548
|