voort tot tegen Kafarnaüm strekt zich uit wat men noemt de
heerlijke landstreek Gennezaret (te verstaan in ruime zin, door K.
herhaaldelijk geroemd, b.v. in de nrs. 839, 1215, 1416).
De vesting ligt boven op de hoogte; er lopen opwaarts wegen
naartoe, die afgezet zijn met muren. Het Jodenstadje is niet
ommuurd, maar ligt open op de helling. Daarvóór is een bron of
liever een waterbak met buizen, nl. een drenkplaats; het water
loopt er door de buizen in. Aan deze bron ging Jezus bij zijn
aankomst met de leerlingen neerzitten.
837.
De inwoners van de Jodenstad hadden een feest, want groot en
klein was in de omliggende tuinen en velden verspreid; ook de
heidense kinderen uit de stad waren hier gekomen en in groep op
enige afstand afzonderlijk verzameld. Toen de burgers Jezus naar
de bron zagen komen, kwamen de stadsoversten met hun goed
onderrichte schoolleraar hierheen; zij traden Jezus en zijn
leerlingen tegemoet, verwelkomden hen, wasten hun de voeten en
boden hun allerhande vruchten aan.
Jezus leerde bij de bron over de oogst in een parabel,
want in dit gewest was het nu de tweede oogst van druiven en
In 1902 heeft zich hier een joodse kolonie gevestigd: “om de mooie en
vruchtbare landerijen in de omstreken uit te baten.” (Guide, 571).
Een half uur meer noordelijk bevinden wij ons in de vruchtbare vallei
Roemmaneh, waar K. het oogstveld van Dotaïn met de Put van Josef
aanwijst.
Achter de vallei verheft zich het Toerangebergte (van Betulië).
Overigens behoort het district van Gischala tot het land Gennesaret, een der
vruchtbaarste landstreken van Palestina.
Een van de torens van Gischala was de tempel. Een tempel is veelal een
rechthoekig gebouw met een zuilengang er omheen, zoals de tempel van
Bacchus te Baalbek of het Partenon op de akropool te Athene.
Akropool = de hoger gelegen en meestal versterkte delen van oude Griekse
steden, met doorgaans tempels en een aantal openbare gebouwen, en
gebruikt als toevluchtsoorden.
Fascikel 19
1485
|