Hij is met Jakobus de Meerdere in Spanje en op de eilanden, ook
op Cyprus en in de heidense, aan Palestina grenzende landen
geweest. Niet hij, maar Jakobus de Mindere, de zoon van Alfeüs
en van Maria van Kleofas, was de eerste bisschop van Jeruzalem.
De Farizeeën en Sadduceeën hadden zich voorgenomen Jezus
heden in de synagoge ernstige weerstand te bieden en Hem in een
op touw gezette oploop, waartoe zij mensen omgekocht hadden,
vierkant buiten op straat te gooien of zelfs gevangen te nemen,
maar het draaide helemaal anders uit.
Jezus begon zijn leerrede in de synagoge met een zeer
hevige en strenge toespraak; Hij ging onbevreesd
recht op de man af en zijn woord was als dat van
iemand, die macht en gezag en recht heeft om zo te
spreken (cfr. Lk. 4, 31-32; Mk. 7, 28-29; 1, 21-22).
De gramschap van de verbitterde vijanden steeg dermate, dat zij
Hem aanstonds te keer wilden gaan, maar op dit ogenblik
ontstond er plotseling een grote opschudding in de synagoge.
moeten nemen. Vandaar dat ik, jaren geleden, een ernstige studie heb
gemaakt van dat accident tussen Paulus en Kefas, verteld in Paulus’ brief
aan de Galaten, 2.
Het gevolg ervan was, dat ik mij totaal aan de zijde van de zienster
schaarde, en dat op grond van vele stevige argumenten. Een verhandeling
van 15 bladzijden was er de vrucht van. Natuurlijk kan deze studie hier niet
ingelast worden en het heeft ook weinig zin hier het een of ander treffend
argument te plaatsen. Dan nog liever niets.
Alleen willen wij het hier betreuren dat de stem van de zienster nu, gelijk
destijds die van de Doper, ongehoord zal wegsterven in de woestijn zonder
dat een dwaling uit de wereld geholpen wordt, op grond waarvan roekeloze
hervormers het recht menen te hebben de Paus te beledigen, uit te dagen,
te schelden, te verloochenen, te bestrijden.
Fascikel 19
1549
|