Hier in Ebez zag ik dat enige gesluierde, bloedverliezende
vrouwen Jezus tussen de menigte naslopen, de zoom van zijn
kleed kusten en genezen waren. In andere steden moesten zulke
vrouwen afgezonderd en op een afstand blijven, doch hier en in
andere kleiner steden zag men zo nauw niet.
6 november. –
Ik ben het meeste van wat Jezus heden deed, vergeten. Alleen
weet ik nog dat Hij hier zeer welkom was en enige zieken in
de huizen genas; Hij onderwees om de middag ook
weer aan de bron vóór de stad, waar vele mensen uit de
naburige dorpen zijn woord kwamen aanhoren.
Terwijl Jezus hier was, kwam een bode van Kana tot Hem; de
bestuurder van die stad liet Hem verzoeken toch aanstonds tot zijn
zwaar zieke zoon te komen. Jezus stelde hem gerust en
verzocht hem nog wat geduld te hebben.
Dan kwamen ook twee joodse boden uit Kafarnaüm, gezonden
door de heidense honderdman, die eenmaal de leerlingen ten
gunste van zijn zieke knecht bij Jezus had laten ten beste spreken
(fasc. 17, nr. 726); zij smeekten Hem zeer dringend spoedig met
hen naar Kafarnaüm mee te komen; de knecht was zo ziek dat hij
anders heel binnenkort zou sterven. Maar Jezus antwoordde
dat Hij te zijner tijd zou komen en de knecht nog niet
zou sterven. De boden aanhoorden daarna zijn toespraak.
De inwoners van Ebez waren meest Giladieten uit Jabes (I Sam.
1, 2); zij hadden zich ten tijde van Heli’s hogepriesterschap hier
gevestigd ten gevolge van een onenigheid onder de inwoners van
Gilad; hun geschil werd door de toenmalige rechter, bij zijn
bezoek aan het land zó beslecht413 dat zij naar hier uitweken.
413 Toenmalige rechter. – De voorganger van Samuel. Deze laatste werd
onder de hogepriester Heli geboren.
Fascikel 19
1454
|