dat de liefde niet rust, dat Degene die gezonden is,
de armen moet opzoeken en van de gemakken en
genoegens van dit leven moet afzien, want dat zijn
rijk niet van deze wereld is, enz.
Hij getroostte zich veel moeite om die brave,
bedaagde mensen gerust te stellen. Overigens
bewonderden zij hoe langer hoe meer zijn woorden en groeide
ieder ogenblik hun inzicht (in het werk en de zending van Jezus)
en hun geloof. Hun liefde, eerbied en verering jegens Hem
werden groter en groter.
Hij ging met ieder van hen alleen in de schaduw van
de bomen op de berg wandelen412, onderrichtte en
troostte hen en richtte dan weer het woord tot allen
samen. Zo bracht Hij de dag door; zij namen samen een
eenvoudige maaltijd van broden, honig en gedroogde vruchten,
die zij meegebracht hadden.
Deze avond werd ook de zoon van een schoolleraar uit de
daarvóór gelegen stad door de leerlingen tot Hem gebracht; hij
was student en wilde ook schoolleraar worden. Hij bad Jezus hem
te willen aannemen tot leerling; hij was al geleerd, verzekerde
men; aanstonds kon Jezus hem gebruiken en hem een ambt
toevertrouwen en velerlei nut van hem hebben.
412 Jezus komt eerder bij zijn verwanten dan te Ebez zelf.
Misschien om reden van afspraak, maar we kunnen ons ook voorstellen dat
Hij van Endor met een omweg over Skytopolis kwam en vanaf deze stad de
Romeinse heirweg volgde, die, uit deze richting komend, het gebergte
Gilboa binnendrong door een enge bergpas, 2 km ten zuiden van Beit Ilfa en
verder naar Engannim liep.
Een herberg bij deze pas, waar kooplieden en karavanen door moesten, was
daar juist op een goede plaats.
Van de herberg uit, gaat Jezus met de oudjes onder bomen wandelen:
“Hoewel Gilboa, vooral de noordelijke en oostelijke hellingen uitmunten door
hun steenachtigheid, vindt men er toch, ook nu, bomen, bosjes,
boomgaarden.” (Guide bleu, blz. 240).
Fascikel 19
1450
|