ook een weinig maneschijn425. Hij leerde tot diep in de
nacht.
Hij doet zulks dikwijls met bepaalde groepen van goedgezinde
mensen, nadat zij zich van hun zware dagtaak gekweten hebben;
het is dan stiller; men wordt door niets meer verstrooid; de hemel,
de sterren, het onmetelijk vergezicht, de aangename koelte, rust
en vrede stemmen de mensen ingetogener en maken hen
ontvankelijker; zij horen zijn stem veel klaarder, bekennen
gemakkelijker hun zonden, schamen zich niet zo licht en nemen
dan de lering mee naar huis en bezinnen zich er nog over zonder
verstrooidheid. Dit was heel in ‘t bijzonder hier waar, in dit
heerlijk gewest van de Tabor met zijn onbeperkt uitzicht. Ook
was deze berg voor de streekbewoners bijzonder heilig, omdat
ook Elias en Malakias er zich opgehouden hadden (nr. 828,
voetnoot 421).
Toen Jezus laat in de nacht huiswaarts keerde, naderde op de weg
een heiden tot Hem, een koopman uit Cyprus, die ook zijn
prediking gehoord had; Hij was gelogeerd in een van Jesse’s
gebouwen, met wiens kruidenperserij hij in handelsbetrekkingen
was. Uit bescheidenheid had hij zich tot nog toe op de
achtergrond gehouden, maar nu begaf hij zich met Jezus alleen in
een zaal van het huis, en Jezus zat bij hem gelijk vroeger
bij Nikodemus (Joa. 3), en beantwoordde alle vragen,
die hij met grote leergierigheid en ootmoedigheid
stelde.
Deze heiden was een zeer edel en wijs man; hij heette Cyrinus en
sprak over alles zeer verstandig en grondig en nam Jezus’ leer met
onbeschrijfelijke nederigheid en vreugde aan. Ook Jezus was
zeer liefdevol en vertrouwelijk jegens hem.
425 Later zullen wij een nota plaatsen over de betoverende schoonheid van
de oosterse nachten. Wij plaatsten reeds de bemerking dat wij nu heden, 9
november of 19 Markeswan, 4 dagen na de volle maan zijn.
Fascikel 19
1479
|